.

Gebruik bovenstaande knop om per e-mail nadere informatie te krijgen, of (ook leuk!) uw commentaar en/of suggesties op deze site te geven.

 

Generatie 8

VIII-a
Jan Jacobsz Loenen.
Gehuwd Nw.-Loosdrecht 28.4.1754 Machteltje Meijers, dochter van Meijert Hendriksz Meijers en Engeltje Pieters Kos, gedoopt  Nw.-Loosdrecht 2.12.1731, aldaar begraven 24.9.1802.
Jan was boer en is begraven Nw.-Loosdrecht 1.11.1756.
Kinderen:
1. Aaltje ged. 27.04.1755 Nw.-Loosdrecht
.
2. Jacob ged. 15.08.1756 Nw.-Loosdrecht.

VIII-b
Lijsbeth Jacobs Loenen.
Gehuwd Nw.-Loosdrecht 28.4.1771 Jan Manten, zoon van Cornelis Korsz Manten  en Neeltje Martens Loenen, gedoopt Nieuw-Loosdrecht 17.11.1743. Lijsbeth overleed Nw.-Loosdrecht 31.8.1784. Jan hertrouwde Nw.-Loosdrecht 9.6.1785 Neeltje Dirks Ruiter, gedoopt Oud-Loosdrecht 11.6.1752, overleden Loosdrecht 19.9.1821. Jan werd begraven Nw.-Loosdrecht 26.2.1802.

VIII-c
Rutger Jacobsz Loenen.
Gehuwd Nw.-Loosdrecht 2.5.1773 Grietje Pos, dochter van Jan Elbertsz Pos en Maagje Willems van Schaik, gedoopt Nieuw-Loosdrecht 5.6.1746, hertrouwd met Jacob Willemsz de Bree, overleden Nw.-Loosdrecht 16.7.1826.
Kinderen:
1. Maagje ged. 15.05.1774 Nw.-Loosdrecht.
Volgt IX-a.
2. Marretje ged. 03.09.1775 Nw.-Loosdrecht.
3. Marretje ged. 22.12.1776 Nw.-Loosdrecht.
4. Jacob ged. 23.07.1780 Nw.-Loosdrecht.
Boer in Nw.-Loosdrecht. Weesmeester aldaar 1779-1782 en 1784-1786. Schepen 1782-1785. Zij waren redelijk bemiddeld, want na Rutgers overlijden bedroeg de waarde van de gezamenlijke bezittingen ruim ¦ 10.700,--; Rutger had ¦8.599,-- ingebracht bij huwelijk. Hij werd begraven Nieuw-Loosdrecht 21.3.1786.

 

29.5.1790.
Voor notaris C. de Wijs te Utrecht verschenen Joan Hendrik de Vlieger, advocaat te Utrecht, en Jacob Willemsz de Bree, gehuwd met Grietje Jans Pos, laatst weduwe van Rutger Loenen, wonende in Nieuw-Loosdrecht op onderstaande hofstede. De Vlieger verkocht de boerderij die vroeger “het Kerkbruijkertje” genoemd werd, maar nu “Overnoodweg” heette. Het geheel bestond uit een huis, hooiberg en schuur, met het land daarachter en naast, strekkende “van den dijck af tot de Snel toe.” Ten zuiden werd het belend door land van Jacob Jansz Horst en ten noorden door dat van Jan Jansz Loenen. Groot: 4 morgen 337 roeden. Ook werd een perceel bouwland verkocht dat strekte van Jacob Jes tot aan Paulus Emtink, groot 346 roeden. Tenslotte nog een perceel bouwland groot 1 morgen 386 roeden. Het geheel was door De Bree gehuurd van wijlen Rutger Loenen, welke huur nog doorliep tot 1 mei 1791. De koopprijs bedroeg ƒ 4.000,--. Hiervan moest de helft betaald worden voor of op 304.1791 en over het restant werd 3,5% rente berekend. Dit restant mocht naar believen worden betaald, maar niet met minder dan ƒ 500,-- per keer.

(Bron: not.arch. Utrecht, inv.nr. U256c27, akte nr. 63; Het Utrechts Archief).

VIII-d
Cornelis Willemsz Loenen.
Gehuwd 's Graveland 8.11.1733 Geertje Meijers, dochter van Adriaan Meijertsz Meijers en Rijkje Pieters de Nooy. Cornelis is plm. 1733/34 overleden, want zijn weduwe hertrouwde in oktober 1734 met Albert Boek, JM uit Kockengen.


Huwelijksafkondigingen Cornelis en Geertje, Oud-Loosdrecht 18.10.1733 en 1.11.1733.

 

VIII-e
Eldert Willemsz Loenen (gedoopt Ellert).
Gehuwd 1) De Bilt 24.9.1734 Geertje Versteeg, dochter van Adriaan Claasz Versteeg en Gijsbertje Tijmens van Venendaal, gedoopt De Bilt 13.2.1707, overleden 24.8.1735, begraven Abcoude 30.8.1735.
Kinderen:
1. Jannetje ged. 21.08.1735 Abcoude.
Volgt IX-c.
Gehuwd 2) Abcoude 19.5.1737 Trijntje de Boer, geb. Bijlmer, ged. Weesp 13.7.1719, dochter van Arie Jansz (de) Boer en Ariaantje Cornelis Vogel, begraven Abcoude 19.1.1790.
2. Willem ged. 09.03.1738 Abcoude.
3. Ariaantje ged. 12.04.1739 Abcoude. Volgt IX-d.
4. Willem ged. 08.01.1741 Abcoude.
5. Elsje ged. 07.10.1742 Abcoude. Volgt IX-e.
6. Willem ged. 24.01.1745 Abcoude.
7. Willem ged. 27.02.1746 Abcoude. Volgt IX-f.
8. Arie ged. 16.07.1747 Abcoude.
9. Barber ged. 03.01.1749 Abcoude.
10. Barbera ged. 26.04.1750 Abcoude.
11. Arie ged. 22.04.1753 Abcoude. Volgt IX-g.
12. Cornelia ged. 22.06.1755 Ouder-Amstel.
13. Annetje ged. 13.03.1757 Ouder-Amstel.
14. Cornelis geb. plm. 1758. Volgt IX-h.

Elderts beroep: boer. Op 5.1.1737 benoemde zijn neef Jan Cornelisz van Mijnden uit Tienhoven voor notaris H. Dons te Utrecht Eldert, wonend te Weesp, tot voogd van zijn kinderen. Eldert was welgesteld en kocht 22.12.1757 het unieke herenhuis annex boerderij ‘Bijlmerlust‘ in de Westbijlmerpolder.


(foto: GA-Amsterdam)

Dit fraaie pand werd in 1969 afgebroken om plaats te maken voor de hoogbouw van de Bijlmer; het herenhuis gedeelte werd identiek weer opgebouwd aan ‘het Gijn‘ in Abcoude. Zie verder:
http://www.buitenplaatseninnederland.nl/Utrecht_beschrijvingen/Abcoude_Bijlmerlust.html


(foto: http://home.planet.nl/~vitelcom/ geneaweb/fotoos/Dirk%20H_Bijlmerlust_Small.jpg)

Eldert is begraven  in Abcoude op 29.9.1788. Een fraaie zerk siert zijn graf. De vijf kinderen erfden ieder ¦14.000,--.

28.4.1737.
Voor notaris J. Sluyterman te Utrecht verschenen Eldert Willemsz Loenen, weduwnaar van Geertje Arentze Versteegh, Jan en Tijmen Arentz Versteegh, broers van Geertje en voogden van het enige door haar nagelaten kind, Jannetje. Geertje was op 24.8.1735 overleden. Er was toen een boedelinventaris opgemaakt, waaruit gevolgd was dat Jannetje ƒ 400,-- erfde, plus enig goud- en zilverwerk plus kleding. Eldert beloofde Jannetje “naar zijn vermogen op te voeden en van het nodige voorzien, mitsgaders laten leeren, leezen, schrijven en in een goed handwerk doen onderrigten.”
Ook verscheen vader Willem Loenen, die borg stond voor hetgeen Jannetje toekwam zodra zij meerderjarig zou worden.


Handtekening Eldert W. Loenen.

(Bron: not.arch. Utrecht, inv.nr. U178a5, akte nr. 182; Het Utrechts Archief)
 

11.2.1761.
Voor notaris R. van Vliet te Utrecht verschenen Eldert Loenen, “wonende onder Amstelland,” Wouter de Haan (Elderts zwager) en Leendert van Ackooij (waarschijnlijk halfbroer van Eldert), beiden wonend ’s Graveland, plus Jan van Groen uit Nigtevecht. Groen kocht  van hen enkele stukken weiland in Maarsseveen.
    
(Bron: idem, inv.nr. U238a2, akte nr. 16)
 

1766: zie bij vader Marten.

VIII-f
Anna Loenen.
Gehuwd 's Graveland 20.1.1738 Wouter de Haan, gedoopt 's Graveland 30.6.1713, zoon van Pieter de Haan en Johanna Kousijn.  Wouter was meester-timmerman en heeft diverse werken aan de kerk van 's Graveland uitgevoerd. Ook was hij schepen, diaken en ouderling. Wouter is overleden 's Graveland 19.11.1782. Anna werd begraven 's Graveland 26.7.1769. Zie ook Eldert Willems Loenen hierboven.


Handtekening Wouter de Haan.

VIII-g
Ellert Jansz Loenen.
Gehuwd in Nw.-Loosdrecht 9.5.1745 Dirkje de Graaf, gedoopt Nw.-Loosdrecht 31.1.1717, dochter van Cornelis de Graaf en Hilletje Bosch, begraven Nw.-Loosdrecht 9.12.1794.  Ellert was boer. Er zijn van dit echtpaar geen kinderen bekend. Ook waren ze weinig vermogend, want Dirkje werd nog in de kerk, maar Ellert er buiten en 'pro Deo’ begraven in Nw.-Loosdrecht 11.10.1796.

VIII-h
Elsje Jans Loenen.
Gehuwd Nw.-Loosdrecht 2.5.1756 Elbert Seldenrijk, gedoopt Nw.-Loosdrecht 27.5.1725, zoon van Pieter Rutten Seldenrijk en Pietertje Elberts Pos. Elbert begraven 23.4.1799, Elsje 6.8.1799, beiden in Nw.-Loosdrecht.

VIII-i
Tijmen Jansz Loenen.
Gehuwd Nw.-Loosdrecht 1.1.1765 Jannetje Sypesteyn, gedoopt aldaar 26.2.1741, dochter van Pieter Sypesteyn en Lijsbeth Snel.  Jannetje overleden Nw.-Loosdrecht 29.4.1826.
Kinderen:
1. Neeltje ged. 06.10.1765 Nw.-Loosdrecht.
2. Lijsbet ged. 21.07.1767 Nw.-Loosdrecht. Volgt IX-1.
3. Jan ged. 20.11.1768 Nw.-Loosdrecht.
4. Aaltje ged. 19.08.1770 Nw.-Loosdrecht. Volgt IX-j.
5. Jan ged. 24.11.1771 Nw.-Loosdrecht. Volgt IX-k.
6. Peter ged. 20.12.1772 Nw.-Loosdrecht.
7. Elsje ged. 13.03.1774 Nw.-Loosdrecht.
8. Eldert ged. 08.10.1775 Nw.-Loosdrecht.
9. Willem ged. 17.11.1776 Nw.-Loosdrecht.
10. Teunis ged. 23.11.1777 Nw.-Loosdrecht.
11. Marten ged. 14.03.1779 Nw.-Loosdrecht.
11. Marten ged. 14.03.1779 Nw.-Loosdrecht.
13. Willem ged. 21.11.1782 Nw.-Loosdrecht.
Het echtpaar moest dikwijls een kind begraven: 1770, 1775, in 1779 zelfs vijf maal, 1795 en 1798. Tijmen begraven Nieuw-Loosdrecht 5.9.1800.


1771: handtekeningen onder hun testament.

VIII-j
Klaas Jansz Loenen.
Gehuwd Tienhoven 18.1.1764 Teuntje Pieterse Udo, geboren Gijberland, gedoopt Brandwijk 25.5.1732, dochter van Pieter Claasse Udo en Jannigje Jacobs Kleine, begraven Nieuw-Loosdrecht 4.6.1804.
Kinderen:
1. Neeltje ged. 02.12.1764 Nw.-Loosdrecht. Volgt IX-l.
2. Pieter ged. 09.02.1766 Nw.-Loosdrecht. Volgt IX-m.
3. Jannetje ged. 06.06.1768 Nw.-Loosdrecht. Volgt IX-n.
4. Jan ged. 29.10.1769 Nw.-Loosdrecht. Volgt IX-o.
Klaas vroeg in 1763 het gerecht toestemming 'tot subsistentie van zijn huysgesin affairen van 't slijten en verkopen van zout en seep, coffij, tee en toeback in zijn eygen woning'  te mogen beginnen. Dat mocht. In 1776 verzocht hij ook nog toestemming 'als tapper in brandewijn, gedistelleerde wateren, wijn en bier, mitsgaders spek, boter en caas' te mogen fungeren. Dat mocht ook. Klaas begraven Nw.-Loosdrecht 9.6.1800.


9.2.1766: doopinschrijving zoon Pieter.

VIII-k
Dirk Martensz Loenen.
Gehuwd Nw.-Loosdrecht 1.6.1760 Claasje Pos, gedoopt Oud-Loosdrecht 27.7.1721, dochter van Dirk Aartsz Pos en Marritje Jacobs Schipper, begraven Nw.-Loosdrecht 8.4.1791 '1e Classe ƒ 30,--,' wat op een zekere welstand wijst.
Kind:
1. Dirk ged. 25.05.1766 Nw.-Loosdrecht. Volgt IX-p.
Dirks beroep was boer. Hij werd ruim 91 jaar oud en werd begraven Nw.-Loosdrecht 14.1.1811.

VIII-l
Neeltje Martens Loenen.
Gehuwd Nw.-Loosdrecht 24.9.1741 Cornelis Manten, gedoopt Nieuw-Loosdrecht 28.10.1714, zoon van Kors Willemsz Manten en Jannetje Martens van Dalen (ook: van Daal). Cornelis was boer in Nw.-Loosdrecht en is begraven Nw.-Loosdrecht 17.10.1788. Neeltje werd maar 22 jaar oud en overleed voor okt. 1746 in Nw.-Loosdrecht.

VIII-m
Peter Martensz Loenen.
Gehuwd 19.12.1753 Tienhoven Maria Dirkse van der Wilt, dochter van Dirk Jacobse van der Wilt en Geertje Aalbertse.
Kinderen:
1. Merten ged. 10.11.1754 Tienhoven. Volgt IX-q.
2. Dirk ged. 09.05.1756 Tienhoven. Volgt IX-r.
3. Geertje ged. 23.12.1759 Tienhoven; ovl. voor feb. 1761.
4. Geertje ged. 18.02.1761 Tienhoven. Volgt IX-s.
5. Neeltje ged. 22.09.1765 Tienhoven.
6. Aaltje ged. 16.04.1769 Tienhoven; ovl. voor 11.6.1774.
7. Cornelis ged. 28.07.1771 Tienhoven; ovl. voor 11.6.1774.
Het echtpaar woonde 'op Breukelveen.' Peter is overleden op 24.6.1773 te Breukeleveen en Maria voor kort voor 16.9.1779.

5.5.1770.
Voor notaris Johan F. Gobius jr. verschenen Claasje Peterse, weduwe van Claas Verhoeff voor de ene helft; en Claas Willemsze van Doorn, Eldert Martensze Loenen en Peeter Martenzse Loenen voor de andere helft van de nalatenschap van haar zuster, resp. hun moeder, Geertje Peters. Zij verkochten aan H. Meulenhoff uit Utrecht een obligatie ter waarde van ƒ526.6.0.
Handtekening van Peter:


(Bron: not.arch. Utrecht, inv.nr. U260a1, akte nr. 108, 109).
 

24.1.1772.
Voor notaris C. Mom te Utrecht verschenen in Breukeleveen Peter Martense Loenen en Maria Dirkse van der Wilt. Zij benoemden elkaar tot erfgenaam en tot voogd over hun na te laten kinderen.
Handtekening van Maria van der Wilt:


(Bron: idem, inv.nr. U268a1, akte nr. 47).

 

5.8.1772.
Voor notaris B. Sluijterman te Utrecht verschenen Gerrit Meertense van Bodegraven en Peter Meertense Loenen, beiden wonende te Breukeleveen. Van Bodegraven verkocht vijf en een halve morgen land gelegen ten westen van de halve Middel Wetering in Breukeleveen. Jaarlijks was een erfpacht van ƒ 13,-- verschuldigd aan het Kartuizerklooster te Utrecht. Prijs: ƒ 600,--, waarvan nog ƒ 500,-- toekwam aan Lammert van Biesen.
(Bron: idem, inv.nr. U230a11, akte nr. 30).
 

3.12.1773.
Voor notaris C. Mom te Utrecht verschenen Maria Dirkse van der Wilt, weduwe van Peter Martense Loenen, wonende te Breukeleveen. Zij was op 24.2.1772 tot voogdes over haar kinderen benoemd. Nu haar man was overleden, benoemde zij in zijn plaats de eveneens aanwezige Cornelis van der Wilt, schepen van Breukeleveen.

(Bron: idem, inv.nr. U268a2, akte nr. 55).
 

11.6.1774.
Voor notaris C. Mom te Utrecht verscheen Maria Dirkse van der Wild, weduwe van Peter Martense Loenen. De boedelinventaris, waarvan Maria enerzijds en de kinderen anderzijds ieder voor de helft erfgenamen waren, werd opgemaakt en bestond uit:
De helft van een huis, staande aan de oostkant van de dijk, blok nr. 10, begroot op ƒ 96,--. Diverse stukken land en water, totale waarde ƒ 5323,--. Contanten ƒ 162,--. Turf ƒ 378.09.0. Huisraad en meubels ƒ 179.13.0. Bouw- en melkgereedschap ƒ 36.15.0. Koperwerk ƒ 9.0.0. Tin ƒ 9.15.0. Blik ƒ 2.10.0. IJzerwerk ƒ 6.0.0. Aardewerk ƒ 32.1.0. Turf- en bouwgereedschap ƒ 206.16. Kleding en sieraden van Peter, die aan de oudste zoon toekwamen ƒ 55.02.0. Have en vee; koeien, vaarzen en pinken  ƒ 679,0.0. Koedekken en hekken ƒ 5.0.0. Hooiberg met hooi ƒ 105.15.0. Vijf vaalten ƒ 58.0.0. Zeven schouwen koemest ƒ20.0.0. Vlees, spek, worst, vet ƒ 78.15.0.
Nog te ontvangen:
Van Weernt Swanink wegens verkoop land ƒ 806.15.0; van de diaconie van Tienhoven wegens huishuur ƒ 36.0.0; retour ongelden ƒ 25.19.0; wegens geleverd bier: van Jan Hendrik Bos ƒ 2.18.0; van Jan Claassen ƒ 3.0.0; van Jacob J. Timmer ƒ 14.4.0; van Willem J. Slagt ƒ 5.10.0; van Jan J. Slagt ƒ 11.0.0; van Elderd Loenen ƒ 4.1.8; van Rut Wijnen ƒ 3.2.0; van de weduwe Hendrik Vogel ƒ 9.0.0; van Dirk Jacobse van der Wild ƒ 34.0.0; van Hannes Stekelenburg ƒ 4.10.0; van David Smit ƒ 1.0.8; van Hendrik Onweer ƒ 1.1.0; van Hendrik Teunisse van den Oudenrijn ƒ 5.18.0; van Jan J. Slagt ƒ 6.0.0; van Adrianus Manten ƒ 10.11.0; van Claas Sijtveld ƒ 16.0.0; van Pieter Meertense van Oostveen ƒ 4.0.0; van Jan Hagesteijn ƒ 4.10.0; van Jan Verkerk ƒ 2.0.0; van Lodewijk Ditmast ƒ 6.2.0; van Jacob J. van der Wild ƒ 19.10.0; van Hendrik G. Timmer ƒ 6.0.0; van Gerrit Jacobse van der Wild ƒ 9.0.0; van Ernst Breuklander ƒ 3.15.0; van Willem Janse Slagt ƒ 6.0.0; de erven van Ariaantje Peters ƒ 11.0.0. Wegens geleverde turf van Claas de Rooij te Utrecht ƒ 13.13.0; van diens zoon ƒ 13.0.0.; van N. Varseveld ƒ 7.16.0; van N. Groothof ƒ 4.11.0; van N. Schouten te Utrecht ƒ 8.9.0; van vrouw Stubbe te Utrecht ƒ 6.10.0; van Marija van den Ham ƒ 4.11.0; van Jan Heijlbos ƒ 7.11.0.
Aan lasten:
De heer Hubertus van der Linden als gadermeester van Breukeleveen aan consumtielasten 1773 ƒ 54.7.0; idem 1774 ƒ 54.7.0; aan Zeedijkslasten 1773 ƒ 4.12.0; aan Haardstedengeld 1774 ƒ6.7.0; aan Oudschildgeld 1773 ƒ 32.6.0; aan idem ƒ 24.0.0; aan Cornelis Gijsbertse Geijlingen wegens onderhandse lening ƒ 300.0.0; aan Bart Stapelaar wegens lening ƒ 150.0.0; aan Cors de Jong, bierbrouwer te Breukelen, wegens bieren ƒ 170.0.0; aan restanten inlegpenningen wegens verveende landen ƒ 408.6.0; aan notaris C. Mom salaris en voorschotten ƒ 28.17.0; aan Bart Stapelaar voor de doodkist ƒ 10.0.0; aan koster Boesel voor kerkgerechtigheden ƒ 4.1.0; aan de ontkleders en dragers van het lijk ƒ 8.0.0.; aan Rut Wijnen voor ’t rijden van het lijk naar de kerk ƒ 1.10.0; aan de oppassers bij de begrafenis ƒ 3.0.0.; aan de weduwe Bakker voor geleverd brood op de begrafenis ƒ 9.7.4; voor ham en vlees op de begrafenis geconsumeerd ƒ 6.0.0; voor boter en kaas ƒ 2.0.0; voor bier ƒ 4.0.0; voor dokter J. R. Janson voor visites en geleverde medicamenten 41.16.0; aan dokter Römer wegens idem ƒ 14.18.0.
De te verdelen boedel balans bedroeg ƒ 7356.12.4; dit werd vervolgens verdeeld.

(Bron: idem, inv.nr. U268a3, akte nr. 21).
 

13.4.1781.
Voor notaris B. Sluijterman te Utrecht verschenen Cornelis van der Wildt en Bart Stapelaar als voogden over Dirk, Geertje en Neeltje Peterse Loenen, minderjarige nagelaten kinderen van Peter Martense Loenen en Maria Dirks van der Wilt. Ook de meerderjarige zoon Marten Peterse Loenen. De voogden hadden de inventaris opgemaakt. De waarde bedroeg ƒ 9667-16-5, zodat ieder ƒ 2416-19-1¼ kreeg.
Nagelaten was: -een half huis en hofstede aan de oostkant van de Breukeleveense dijk, blok nr. 10, groot 150 roeden ƒ 95,--; -450 roeden waarvan er nog 278 verveend konden worden, gelegen in blok nr. 2 ƒ 2929-10-0; -1½ morgen waarvan nog ruim 91 voet verveend kon worden, in hetzelfde blok ƒ 955-10-0; -200 roeden waarvan nog 88 roeden verveend kon worden, gelegen ’t Binnenweg blok nr. 9 ƒ 467-5-0; 500 roeden water en akkerland, gelegen in blok nr. 8 nihil; -een morgen water en akkerland, gelegen in blok nr. 9, nihil; -150 roeden water en akkerland, gelegen in ’t Binnenweg blok nr. 16 nihil; -een pink ƒ 23,--; een partij vaartuigen en ander trekgereedschap ƒ 336-7-0; -huisraad en inboedel ƒ 139-11-0; -schuld van Marten Loenen aan de boedel ƒ 330-5-11; -rente hierover verschuldigd ƒ 29-14-0; enz. enz.

(Bron: idem, inv.nr. U230a16, akte nr. 14).

 


VIII-n
Eldert Martensz Loenen.
Gehuwd Tienhoven 14.12.1757 Pieternella Pieters Udo, geboren Gijberland 1735, dochter van Pieter Claasse Udo en Jannigje Jacobse Klein; begraven 20 en Eldert 24.10.1805 Tienhoven.
Kinderen:
1. Geertje ged. 03.12.1758 Tienhoven. Volgt IX-t.
2. Jannigje ged. 22.01.1769 Tienhoven.
Eldert was schepen van Maarsseveen. Het gezin was arm; Eldert werd als ‘bedeelde’ begraven.

16.12.1758.
Voor notaris J. Kelffkens te Utrecht verschenen Cornelis Freken de Graaff en Freken Gerritse de Graaff, wonend Breukeleveen en Elbert (= Eldert) Loenen, wonend Maarsseveen. Loenen kocht van Cornelis 187½ morgen water en turfland onder Maarsseveen in het Secq (Zek), nr. 15b en gekomen van de diaconiearmen van Tienhoven; idem een morgen idem, nr. 45, gekomen van Aalbert van der Waerd. Van Freken kocht hij 300 roeden water en land, gelegen aan de Binnenweg nr. 67, voor tezamen ƒ 260,--.

(Bron: not.arch. Utrecht, inv.nr. U225a4 nr. 110; Het Utrechts Archief).
 

12.5.1760.
Voor notaris E. Prijn te Utrecht verschenen Eldert Martense Loenen, wonend Oud-Maarsseveen, en Cornelis Aartze Loeven, wonend te Tienhoven. Loeven verklaarde aan Eldert verkocht te hebben de noorder helft van een schuur, staande in het Zek in Maarsseveen, op het land nr. 45. Eldert moest jaarlijks voor de grond dertig stuivers betalen aan Gijsbert Hossevoort te Tienhoven.

(Bron: idem, inv.nr. U251a1, akte nr. 2).
 

29.5.1767.
Voor notaris J. van Someren te Utrecht verschenen Marten Eldertsz Loenen en Fijgje Cornelis Roijen, echtgenoten, wonend Breukeleveen, met Marten ‘s “voorsoon” Ellert. Ellert kocht van zijn ouders de afgebrande boerderij “Duijvestijn,” groot een halve morgen, plus zeven morgen water en land, gelegen in “ ’t Zek” nr. 31H. Idem nog ruim 3½ morgen aldaar, nr. 32A. Idem 300 roeden nr. 3E en 6 morgen nr. 4 gelegen in de Veenlanden. Idem een voorland van 200 roeden en 450 roeden water, nr. 102F gelegen in ’t Binnenwegh; alles in Oud-Maarsseveen. Prijs: ƒ 2.180,--.

(Bron: not.arch. als voren, inv.nr. U248a7, akte nr. 23).
 

21.3.1769.
Voor notaris J. Kleffkens te Utrecht verscheen Eldert Martensz (Martense) Loenen, wonende te Maarsseveen. Op 21.3.1768 was hij met Carel Piek, meestertimmerman te Breukeleveen, overeengekomen dat deze een “huysinge, Bergh en schuur” voor Eldert zou bouwen in Maarsseveen op de plek waar het afgebrande  huis “Duyvestijn” had gestaan, voor ƒ 2.311,--. Na de oplevering had Eldert nog een restschuld van ƒ 1.845,--; de aflossing en rente werd nu geregeld.

(Bron: idem, inv.nr. 225a9, akte nr. 9; Het Utrechts Archief).
 

31.5.1770 was Eldert schepen van Oud-Maarsseveen en als zodanig aanwezig bij een boedelscheiding.
(Bron: idem, inv.nr. U248a10, akte nr. 27).
 

20.12.1779.
Voor notaris J. van Someren te Utrecht verscheen Eldert Martense Loenen, wonend te Oud-Maarsseveen. Hij bekende ƒ 399,-- schuldig te zijn aan Fijtje Boonekamp, weduwe van Teunis van Eemeren, wegens een contante lening; rente van 4 % per jaar. Op 11.2.1782 werd de akte geroyeerd.

(Bron: idem, inv.nr. U248a15, akte nr. 46).
 

2.2.1781.
Voor notaris J. van Someren te Utrecht verscheen Eldert Martensz Loenen, ruim vijftig jaar oud, samen met Jan Verkroost, 76 jaar; Aalderd van der Vliett, 56 jaar; Paulus Timmer, 45 jaar; Dirk Ariensz van der Wilt, 44 jaar en Laures van Eijnd, 43 jaar. Allen oud-schepenen van Maarsseveen en Neerdijk. Op verzoek van de huidige schout, schepenen en poldermeester verklaarden zij in hun tijd de schouw over de Hoofdweteringen en de watergangen te hebben gedaan en in ’t bijzonder over de Zogwetering, zowel aan de westkant langs de Zogdijk als aan de oostkant langs de Buitenweg landen, en steeds de nodige uitdieping enz. hadden laten uitvoeren. Volgt nog een beschrijving van de diverse Hoofdweteringen.

(Bron: idem, inv.nr. U248a16, akte nr. 1).
 

23.8.1783.
Voor notaris J. Kelffkens te Utrecht verschenen vijf personen, o.a. Eldert Loenen. Zij verklaarden pro rato van hun grondbezit, op gezamenlijke kosten, onderhoud en gebruik, voor de hofstede van één van hen, notaris Willem Voorsteegh, een houten brug te bouwen “over de Wetering langs de Kerkdijk.”

(Bron: idem, inv.nr. U225a13, akte nr. 70).
 

23.8.1783.
Voor notaris J. Kelffkens verkreeg o.a. Eldert Loenen, als eigenaar van vier morgen land gelegen “te Veenwaards onder Westbroek genaamd Schralenberg” het recht van overpad met “menschen, beesten, paarden en wagens, geladen en ongeladen” over het land van een aantal andere naastgelegen eigenaren. Eldert was verplicht het pad met "steenpuin" berijdbaar te houden.

(Bron: idem, inv.nr. U225a13, akte nr. 69).
 

4.7.1789.
Voor notaris J. Kelffkens te Utrecht verschenen Willem Voorsteeg, notaris te Utrecht, en Eldert Loenen, wonend Oud-Maarsseveen. Voorsteeg verhuurde aan Eldert vijf morgen hooiland in Westbroek, strekkende “veenwaards” van het land van Voorsteeg tot het land van Carel Piek, plus diverse stukken voorland in het Zek en aan de Binnenweg in Westbroek. Het hooiland deed ƒ 50,-- per jaar, de voorlanden voor ƒ 75,-- per jaar.

(Bron: idem, inv.nr. U225a15, akte nr. 90).
 

17.2.1791.
Voor notaris J. Kleffkens te Utrecht verschenen Willem Voorsteegh, Eldert Loenen en Harmen Nederhorst (Elderts schoonzoon, gehuwd met Geertje Loenen), de laatsten wonend te Oud-Maarsseveen. Zij kochten twee morgen veen, gelegen in Westbroek achter de hofstede van Lammert van den Hoven. De kopers moeten het veen binnen 19 jaar verveend hebben en wat er over is aan land en water vervalt dan weer aan de huidige eigenaar. Ook mogen zij geen “speetaarde” verwijderen behalve om de wagenweg aan te dammen, tegen het verbeuren van een boete van ƒ 100,-- te vervallen aan de Gereformeerde diaconie armen van Westbroek. Prijs: ƒ 850,--, te betalen per mei a.s. ƒ 350,-- en ieder jaar vier jaar lang ƒ 125,--. Eldert zette zijn handtekening; Harmen een kruisje omdat hij niet kon schrijven.

(Bron: idem, inv.nr. 225a16, akte nr. 41).
 

28.5.1792.
Voor notaris J. van Someren te Utrecht verscheen Eldert Martensz Loenen, wonend Oud-Maarsseveen. Hij leende van Daniël Spierenburg ƒ 180,-- tegen een rente van 4 % per jaar. Nicolaas van Doorn en Peter Klaasz van Doorn uit Breukeleveen stelden zich borg.

(Bron: idem, inv.nr. U248a19, akte nr. 40).
 


Op dit kaartje, uitgegeven rond 1850, zijn "Te Veenwaarts," de polder "Zek"
en de "Binnenweg" te vinden; hier had Eldert dus belangen liggen.

(Bron: Marijke Donersloot-De Vrij De Vechtstreek; oude kaarten en de geschiedenis van het landschap (Weesp 1985).

_________________________________________________________________________________________________________________________________________________


Gezicht op de  Sypekerk in Nieuw- Loosdrecht, zoals vele voorouders het gezien hebben.
Tekening Evert Jan Loenen plm. 1950. Zie XIV-f.

________________________________________________________________________________

Home

Gen. 0     Gen. 1     Gen. 2     Gen. 3     Gen. 4     Gen. 5     Gen. 6

 Gen. 7     Gen. 9     Gen. 10     Gen. 11     Gen. 12     Gen. 13     Gen. 14

Gen. 15     Gen. 16